Vroeger betaalde men met cacaoboontjes

Aan ons, Nederlanders, hebben we de chocola in elk geval niet te danken. Waarschijnlijk zijn het indianenvolken – de Maya’s en de Azteken – geweest die de cacao ontdekten. 

01. Cacao in portemonnee
Niet, dat ze een reep verorberden als ze met een boek op de bank zaten. Nee, zij wisten dat je van cacao een verrukkelijk drankje kon maken en gebruikten het kostelijke spul daarom als… geld.  Zo’n 4000 jaar geleden was cacao een betaalmiddel.

02. Cacao voor goden
Omdat het zoveel waarde had, werd de cacao ook geofferd aan verschillende goden. Daarmee hoopten de mensen een goede oogst te verdienen.

03. Cacao voor doden
Daarnaast was het een geschenk voor overledenen. De doden kregen cacao mee in hun graf.

04. Cacao voor Columbus
Pas zo’n 500 jaar geleden, rond 1500, kwam de cacao naar Europa. Columbus en z’n Spaanse reisgenoten hadden Amerika ontdekt. Het verhaal gaat dat zij ontvangen werden met boten vol cacaobonen. Toen er enkele bonen in het water vielen, doken de bewoners er meteen achteraan. De Spanjaarden waren verbaasd: wat was er nou bijzonder aan zo’n boontje?

05. Cacao als goud
Het was meneer Cortés die best begreep wat er bijzonder aan was. Hij wist zeker dat je van cacao net zo rijk kon worden als van goud en bracht het spul gauw naar Spanje. Daar ontstonden de eerste chocoladefabrieken van Europa. Die deden hun uiterste best om het ‘geheim van het nieuwe goud’ voor zichzelf te houden! 

06. Cacao als medicijn
Hier in Europa werd de cacao vooral gebruikt als medicijn tegen allerlei kwaaltjes. Daarover kun je ergens anders in deze Kits lezen.

07. Cacao voor iedereen
Kloosterzusters in Mexico en monniken in Spanje maakten van de cacao een zoete drank door er honing, rietsuiker, vanille en kaneel bij te doen. Tsja en voor dat verrukkelijke drankje zwichtten al snel mensen in heel Europa. Er werden steeds weer nieuwe lekkernijen van gemaakt: repen, bonbons, koekjes, hagelslag...

× ← →