Spannende voorleeswedstrijd in Elspeet

Het was vrijdag feest op de Eben-Haëzerschool in Elspeet. De aula was versierd. Waarom? Omdat er een grote voorleeswedstrijd werd gehouden.

Muisstil is het in de school. Alle klassen zijn leeg, de lichten uit. Waar zijn alle kinderen gebleven? Even luisteren. Hé, hoor, ze zingen! „Dames en heren, hooggeëerd publiek. Stilte in de zaal, nu is er muziek. Wij gaan beginnen, fijn dat je er bent. Bij de voorlees­wedstrijd, die je allen kent.”

Ah, de voorleeswedstrijd is begonnen! Kinderen uit alle groepen van de school hebben een paar weken geleden in hun klas voorgelezen. Vandaag mogen de winnaars van elke klas voor alle leerlingen laten zien hoe mooi en spannend ze kunnen voorlezen.

Applaus

Als eerste mag Madelief uit groep 1. Ze leest uit ”De elfenkokkin”. Daar staan heel moeilijke woorden in. Hoe doet Madelief dat? Kan ze al zo goed lezen? „Madelief kent heel het boek uit haar hoofd”, vertelt een juffrouw. Knap hoor, vinden de kinderen, en ze geven haar een daverend applaus.

Dan komt Alieke uit groep 2 naar voren. En Eline uit groep 3, Gerlise uit groep 4, Jenieke uit groep 5 en Margriet uit groep 6. Om de beurt gaan ze op de versierde stoel zitten, die boven op twee tafels staat. Lekker hoog, zodat iedereen hen goed kan zien. Prachtig op toon lezen ze hun spannende verhalen voor. En allemaal krijgen ze een groot applaus.

Maar waarom zijn er geen jongens die voorlezen? Wacht, er is er toch één. Daar komt Maurits uit groep 7 naar voren. Hij heeft een oorlogsboek in zijn handen. Even moet hij nog geduld hebben, want de microfoon doet het niet. Zijn meester test hem. „Hallooooo”. Dan mag Maurits beginnen. Hij leest over twee jongens die zich verstoppen voor de Duitsers. Een Engels gevechtsvliegtuig vliegt rakelings over hun hoofden heen.

Pief paf poef

Ook Mirjam van Asselt uit groep 8 houdt van oorlogsboeken. Zij leest voor uit ”Duitsers op de deel”, van Jan van Reenen. De Duitsers doen huiszoeking op de boerderij van Klaas en Reijer en hun ouders. Hun kleine zusje Liesje schrikt ervan en zet het op een gillen. Maar hun broertje Aart niet. “Pief paf poef”, zegt die, terwijl hij van zijn vingers een pistool maakt en dat op een Duitser richt. “Wegwezen mof.” De kinderen in de aula schieten in de lach als Mirjam dit voorleest.

En dan breekt het spannendste moment van de morgen aan. Want wie heeft er gewonnen? De jury moet daar eens goed over nadenken en gaat in een ander lokaal zitten. 

Als ze terugkomen, roept directeur Wiegel de acht kinderen die voorgelezen hebben naar voren. Van groep 1 en 2 gaat Alieke er met de prijs vandoor: een boekenbon. Jenieke is de beste van groep 3, 4 en 5. En Mirjam wint met haar spannende verhaal de prijs van groep 6, 7 en 8.ende voorleeswedstrijd

tekst Jacomijn Ariakhahbeeld Bram van de BiezenHet was gisteren feest op de Eben-Haëzerschool in Elspeet. De aula was versierd. Waarom? Omdat er een grote voorleeswedstrijd werd gehouden.Muisstil is het in de school. Alle klassen zijn leeg, de lichten uit. Waar zijn alle kinderen gebleven? Even luisteren. Hé, hoor, ze zingen! „Dames en heren, hooggeëerd publiek. Stilte in de zaal, nu is er muziek. Wij gaan beginnen, fijn dat je er bent. Bij de voorlees­wedstrijd, die je allen kent.”Ah, de voorleeswedstrijd is begonnen! Kinderen uit alle groepen van de school hebben een paar weken geleden in hun klas voorgelezen. Vandaag mogen de winnaars van elke klas voor alle leerlingen laten zien hoe mooi en spannend ze kunnen voorlezen.ApplausAls eerste mag Madelief uit groep 1. Ze leest uit ”De elfenkokkin”. Daar staan heel moeilijke woorden in. Hoe doet Madelief dat? Kan ze al zo goed lezen? „Madelief kent heel het boek uit haar hoofd”, vertelt een juffrouw. Knap hoor, vinden de kinderen, en ze geven haar een daverend applaus.Dan komt Alieke uit groep 2 naar voren. En Eline uit groep 3, Gerlise uit groep 4, Jenieke uit groep 5 en Margriet uit groep 6. Om de beurt gaan ze op de versierde stoel zitten, die boven op twee tafels staat. Lekker hoog, zodat iedereen hen goed kan zien. Prachtig op toon lezen ze hun spannende verhalen voor. En allemaal krijgen ze een groot applaus.Maar waarom zijn er geen jongens die voorlezen? Wacht, er is er toch één. Daar komt Maurits uit groep 7 naar voren. Hij heeft een oorlogsboek in zijn handen. Even moet hij nog geduld hebben, want de microfoon doet het niet. Zijn meester test hem. „Hallooooo”. Dan mag Maurits beginnen. Hij leest over twee jongens die zich verstoppen voor de Duitsers. Een Engels gevechtsvliegtuig vliegt rakelings over hun hoofden heen.Pief paf poefOok Mirjam van Asselt uit groep 8 houdt van oorlogsboeken. Zij leest voor uit ”Duitsers op de deel”, van Jan van Reenen. De Duitsers doen huiszoeking op de boerderij van Klaas en Reijer en hun ouders. Hun kleine zusje Liesje schrikt ervan en zet het op een gillen. Maar hun broertje Aart niet. “Pief paf poef”, zegt die, terwijl hij van zijn vingers een pistool maakt en dat op een Duitser richt. “Wegwezen mof.” De kinderen in de aula schieten in de lach als Mirjam dit voorleest.En dan breekt het spannendste moment van de morgen aan. Want wie heeft er gewonnen? De jury moet daar eens goed over nadenken en gaat in een ander lokaal zitten. Als ze terugkomen, roept directeur Wiegel de acht kinderen die voorgelezen hebben naar voren. Van groep 1 en 2 gaat Alieke er met de prijs vandoor: een boekenbon. Jenieke is de beste van groep 3, 4 en 5. En Mirjam wint met haar spannende verhaal de prijs van groep 6, 7 en 8.
Welk boek ga je kopen met je boekenbon? „Dat weet ik nog niet.”Vond je het voorlezen spannend? „Ja. Ik was donderdag zo zenuwachtig dat ik bijna niet kon slapen. En vrijdag­morgen was ik al om zeven uur wakker. Ik moest de hele morgen telkens aan de voorleeswedstrijd denken.”Heb je nog geoefend? „Ik heb een paar keer voor­gelezen voor mijn ouders. Die luisteren dan of ik het goed deed: op toon, de luisteraars aankijken, en gebaren maken.” Lees je wel vaker voor? „Ik ben de oudste thuis, dus ik lees mijn broertjes en zusjes weleens voor.”
Heb jij ook meegedaan met de voorleeswedstrijd in je klas? „Nee, ik kan niet zo goed voorlezen. Maar ik lees wel graag zelf. ”De Kameleon” bijvoorbeeld, en oorlogs­boeken.”Hoe vond je de wedstrijd? „Het was leuk om naar alle kinderen te luisteren, maar het duurde ook wel een beetje lang.”Wat is je favoriete boek? „Een boek over uitvindingen. Er staan veel platen in van de uitvinders en wat die bedacht hebben. Ik vind dat interessant. Of ik later ook uitvinder wil worden? Dat weet ik niet. Ik ga elektrotechniek doen, denk ik.”
Heb jij meegedaan met de voorleeswedstrijd in je klas? „Nee, ik heb dyslexie. Lezen is daarom lastig voor mij. Dat is niet leuk, maar iedereen heeft wel wat. En het gaat steeds beter, omdat ik elke dinsdag oefen met de meester.”Wat voor soort boeken vind je leuk?„Af en toe lees ik van ”Snuf de hond” of ”Wolf”. Ik houd van Mechelse herders. Zelf hebben we ook een hond thuis, een labrador.”Wat zijn jouw hobby’s? „Werken is leuk, bij de boer bijvoorbeeld. Soms mag ik mee op de trekker. Later wil ik ook trekker rijden en bij een transportbedrijf werken.”
Vind je het jammer dat je niet gewonnen hebt? „Niet echt. Ik had het ook niet verwacht. Ik dacht: Er zijn anderen die nog veel beter voorlezen.” Jij was de enige jongen die vandaag met de wedstrijd mee mocht doen. Hoe komt dat, denk je? „Meiden lezen misschien beter omdat ze dat vaker doen. Jongens spelen meer buiten denk ik. Behalve onze meester. Die heeft thuis heel veel boeken op zolder. Hij kan ook mooi vertellen.”  Lees je vaak? „Niet supervaak. Ik wil later politieagent worden. Dan hoef ik niet goed te zijn in taal, behalve als ik boetes uitschrijf.”




Jenieke Mulder (8)
Harmen Wind (9)
Harm Jan Bleijenberg (12)
Maurits Beekman (10)

× ← →