Heerlijk was de witte boterham die mijn vader als jongetje van vijf jaar na de bevrijding kreeg. Dat had hij nog nooit geproefd. In Gouda, waar hij woonde, heerste hongersnood. Gelukkig was zijn vader slager. Daardoor hadden ze nog wel wat eten. Mijn moeder, die zes jaar was, kon weer naar huis. Want in de oorlog moest ze vluchten terwijl het station van Gouda werd gebombardeerd. Eigenlijk kun je je dat niet voorstellen. Nederland is nu bijna 75 jaar vrij. Daar mogen we dankbaar en blij voor zijn. Maar het is ook goed om te denken aan iedereen die in de oorlog stierf.