„Wie onaardig is tegen de politie, moet de cel in”

Zijn mama is er om mensen te helpen, weet Lukas ten Bolscher (8) uit Rijssen. Wie lelijk doet tegen de politie, de brandweer of ambulancepersoneel moet van hem een jaar de cel in. „Daar leren ze van.”

De moeder van Lukas draagt soms een kogelwerend vest, handboeien en een pistool als ze aan het werk is. Lukas is trots als hij haar zo ziet. „Mama krijgt op haar werk trainingen en leert daar hoe ze gevaarlijke boeven moet arresteren. Ze kan slim tackelen. Het is leuk om met haar te stoeien. Als we voor de grap vechten, ben ik echt de sjaak. Ze legt me zo op de grond. Terwijl ik toch sterk ben.

Met haar pistool doet mama niet zo veel. Soms is het wel handig. Ze kan er mee waarschuwen door in de lucht te schieten. Mama’s wapen zegt dan: „Als je nu niet meewerkt, schiet ik.” Dat kan makkelijk zijn als mensen de cel in moeten en tegenstribbelen. Als ze het pistool in de rug van een boef duwt, gaat hij meestal wel mee. Als de boef bang wordt van het wapen, duwt mama wat minder hard, denk ik.

Dieven, bandieten, maar ook gewone mensen gebruiken geweld tegen de politie. Ze kunnen gaan slaan of schoppen. Soms vloeken ze ook. Dat doen ze omdat ze niet gearresteerd willen worden. Op de meeste tekeningen zie je dat zulke mensen een zwart-wit gestreepte trui dragen. Dat blijkt in het echt niet zo te zijn. Ze dragen een normale trui en gewone schoenen.”

Boksen
„Dat mama een pistool heeft, kan gevaarlijk zijn voor haarzelf. Want als mensen vroeger op judo hebben gezeten, weten ze misschien hoe ze het pistool uit haar hand kunnen slaan. En als ze bukt om hem weer te pakken, kan de boef haar hoofd tegen de grond duwen. Dat doet dan pijn. Boeven die vroeger op boksen zaten, zijn nog gevaarlijker. Die kunnen je knock-out slaan. Dan kan zo iemand misschien zelfs het pistool afpakken en mama neerschieten.

Soms denk ik daaraan als ik ’s avonds in bed lig. Dan lig ik een tijdje wakker. Omdat ik dan bedenk dat ik heel verdrietig zou zijn als ik weet dat mijn moeder niet gewoon bij mijn vader in bed ligt. Ik weet niet of er met mama wat ergs kan gebeuren. Misschien wel. Want boeven kennen geen manieren.

Er zijn ook mensen die het gewoon leuk vinden om de politie te plagen. Soms rijdt mama heel hard om de weg vrij te maken voor de ambulance. Zo kan de ziekenwagen snel naar een reanimatie. Maar niet alle mensen gaan aan de kant voor mama en de ambulance. Als ze niet opzij gaan, zet mama de sirene aan. Als ze dan nog niet luisteren, stapt ze uit en doet ze mensen de boeien om.

Van mij mag ze die ongehoorzame lui meenemen naar de reanimatie. Want dat moet eerst gebeuren. Zo kunnen die domme mensen meteen leren dat ze de politie niet in de weg moeten zitten. Als het redden dan gelukt is, mag mama de mensen meenemen naar het bureau. Daar moeten ze de cel in.

Mensen arresteren en in de cel stoppen is een goede manier om te zorgen dat mensen aardiger worden voor politie, brandweer en ambulance. Dan kunnen ze nadenken over wat ze hebben gedaan. Van mij mogen ze wel een jaar de cel in. Ik begrijp echt niet waarom mensen de politie plagen.

Niet alle mensen zullen leren van de celstraf. Sommige boeven gaan als ze uit de gevangenis komen gewoon weer door met slechte dingen doen. Dat komt doordat ze zo veel geld kunnen verdienen.

Als ik boeven niet in de cel zou mogen stoppen, zou ik ze klusjes laten doen voor de mensen die ze geplaagd hebben. Dan moeten ze bijvoorbeeld het huis opruimen, of de auto wassen.

Als mensen die de politie hebben geplaagd goed luisteren naar wat de politie zegt, hoeven ze alleen maar een dag met hen mee. Dan kunnen ze ontdekken waarom je de politie niet dwars moet zitten. Agenten doen belangrijk werk.”