Hij was broodmager, had een snotneus, snotogen en een vieze vacht. Toch raapten mijn zusje en ik het piepjonge poesje op van het fietspad. We haalden de capuchon van mijn jas, zodat we de vondeling daarin konden rollen en fietsten er 20 kilometer lang mee naar huis. Er waren wel een paar spuiten van de dierenarts nodig en het duurde even voordat Wammes Waggel, zoals we hem noemden, op z’n pootjes kon staan, maar... de poes deed het weer en was jarenlang een lieve en gezellige huisgenoot voor ons!
Heel veel Kitslezers hebben ook zo'n vriendje in huis. Ontmoet ze in het nieuwste nummer van Kits en ontdekt wat een prachtdier elke 'gewone' poes eigenlijk is!