Van ei tot pinguïn (met video's!)

De meeste pinguïns keren ieder jaar terug naar dezelfde plek om een ei te leggen. Soms moeten ze duizenden kilometers zwemmen om er te komen. Ze gebruiken waarschijnlijk de zon en de sterren als gids.

DEZELFDE PARTNER
De mannetjes komen meestal als eerste aan bij het broedgebied. Pinguïns kiezen elk jaar weer dezelfde partner. Nadat ze de hele winter apart hebben doorgebracht op zee is het wel een enorme klus om elkaar terug te vinden als ze op het land zijn. Ze gaan heel hard roepen en schreeuwen, in de hoop dat de ander een bekend geluid opvangt. Zodra ze elkaar in het vizier hebben, steken ze de snavel in de lucht en spreiden ze hun vleugels als begroeting.

NEST
Als iedereen zijn eigen partner heeft teruggevonden, beginnen de voorbereidingen. Keizers- en de koningspinguïns bouwen geen nesten. Zij broeden het ei uit op hun poten. Pinguïns die in warmere streken leven, zoals de Galapagospinguïns, maken hun nesten in gaten en holen en bekleden hem met takjes en bladeren. In koudere streken groeien meestal geen planten waar je een nest van kunt maken. De Adéliepinguïn bijvoorbeeld bouwt een kraamkamer van kleine steentjes.

EI
Keizers- en koningspinguïns leggen één reuzenei, van maar liefst 11 centimeter! De meeste pinguïns leggen er twee, en de macaronipinguïn zelfs drie. Kuifpinguïns leggen twee eieren van verschillende grootte, die dus ook op verschillende momenten uitkomen. Zo hoeven ze niet twee baby’s tegelijk te voeden.
Tijdens het broeden passen de meeste pinguïnmannetjes en -vrouwtjes om de beurt op de eieren. Behalve bij de keizers- en de koningspinguïn. Daar draagt het mannetje het ei met zich mee op de poten. Ondertussen gaat het vrouwtje terug naar zee, om de vetvoorraad aan te vullen. Als het jong na twee maanden wordt geboren, komt het vrouwtje terug, met een lekker hapje voor de baby. Het duurt 32 tot 68 dagen voordat een ei uitkomt. Hoe groter de pinguïn, hoe langer hij in het ei zit.

BABY
De babypinguïn, is blind bij de geboorte. Het kuiken heeft nog geen speklaag en ook het verenpak is niet waterdicht. Dus voorlopig kan hij niet het water in. Gelukkig heeft hij een extra dik, donzen verenpak, om de poolwind te doorstaan. Als vader op zoek is naar eten, blijft moeder bij het jong.  Het voedsel bewaart vader in zijn krop. Bij het nest braakt hij het uit en kan het kuiken het papje eten. Een babypinguïn is een echte schrokop; hij eet zeker 1 kilo vis per uur!

PINGUÏNCRÈCHE
Als het pinguïnkuiken groter wordt, gaat hij naar de ‘crèche’. Dat is lekker veilig en warm. Een groep ouders houdt de wacht, terwijl de andere pinguïnvaders en -moeders keihard moeten werken om voldoende voedsel voor hun donzige dotjes aan te slepen. Vaak zitten er duizenden jonkies tegelijk in de crèche. Bijzonder: een pinguïnmoeder kan haar kind uit duizenden herkennen!

× ← →