Kits thuis ontvangen? Nu voor 3,35 per maand

Spannend zomerverhaal: Tegen de stroom in

"Loop eens door, man, doe niet zo sloom!” Jesse geeft Nizar een duw. “De anderen zijn er al.” Met een ruk staat Nizar stil. Hij kijkt met een strakke blik in de richting van de rivier. “Ik ga niet”, zegt hij. Dan draait hij zich om en rent weg. Jesse staat in tweestrijd. Zal hij achter Nizar aan rennen of met de jongens meegaan? Ach, het heeft geen zin om Nizar te gaan halen, die rent toch veel harder dan hij. Jesse haalt zijn schouders op en loopt op een drafje naar zijn vrienden.

Zoals voorspeld is de zomervakantie begonnen met warm weer. De vriendengroep uit de klas van Jesse heeft vanmorgen afgesproken in de speeltuin bij de school. Daar hebben ze iets bedacht. Of eigenlijk: Mark heeft een plan gemaakt. Want Marks wil is wet en de anderen doen wat hij zegt. Mark had gewacht tot iedereen er was en naar hem luisterde. “We gaan vlotten bouwen”, zei hij. “We maken twee groepen en die maken elk een vlot. Dan doen we een wedstrijd wie het eerste over de rivier en weer terug is gevaren.” De jongens schuifelen wat heen en weer. De rivier over. Dat hebben ze nog nooit gedaan. De afstand valt mee en de rivier is niet diep, maar ze weten zeker dat hun ouders dit geen goed idee vinden. Er schijnt veel stroming te zijn. Toch komt er geen protest. Als Mark het zegt, gebeurt het. En het is natuurlijk wel een uitdaging.

Toen Mark met het idee kwam, merkte Jesse dat Nizar zijn adem inhield en wit wegtrok. Maar Nizar zei niets. Tijdens het verzamelen van takken en stammen hielp Nizar mee, maar het ging niet van harte. Nizar was gespannen en stopte vaak. Jesse vraagt zich vaak af wat Nizar nu eigenlijk denkt. Hoe goed kent hij Nizar eigenlijk? Afgelopen november is Nizar bij hen in de klas gekomen. Nizar is een vluchteling uit Syrië. Waarom hij is gevlucht heeft hij nooit verteld. Mark probeert hem vaak uit te lokken om iets over zijn verleden te horen, maar Nizar zegt geen woord. Jesse denkt dat Mark ervan baalt dat hij Nizar niet de baas is. Mark heeft het daarom niet zo op Nizar. Toch hebben de jongens hem opgenomen in de groep en Nizar is altijd van de partij.

Maar deze keer dus niet. Aan de oever van de rivier maken de jongens twee groepen van vier. Het bouwen begint. Met touwen, autobanden en boomstammen proberen de jongens een zo stevig mogelijk vlot in elkaar te zetten. Jesse zit in de groep van Bart, Leendert en Kelvin. Ze maken veel lawaai en lachen als ze weer eens in het water rollen bij een poging om met z’n vieren op het vlot te blijven. Na een paar uur hebben de jongens hun vlotten klaar. Dik tevreden eten ze hun middageten op, allemaal wat zenuwachtig voor de wedstrijd. Kelvin springt als eerste op. “Kom op, we laten die watjes eens zien wat varen is!” roept hij naar Jesse, Bart en Leendert. Ook de andere vier jongens gaan naar hun vlot. Ze pakken allemaal een lange stok om het vlot vooruit te duwen. Die zullen ze nodig hebben.

De jongens gaan klaar staan en Mark geeft het startsein. “Aan de overkant moeten we allemaal de dikke eik aanraken en weer terugvaren. Wie het eerst zijn vlot op deze plek weer aan land heeft, heeft gewonnen. Drie, twee, één… go!” De jongens springen op hun knieën op het vlot en stoten af. Het vlot wiebelt en wil met de stroom mee glijden. Jesse voelt het trekken van het water onder zich. Hij duwt met de stok in de bodem van de rivier. “Tegen de stroom in, anders komen we te ver van de eik aan land!” roept hij. De jongens duwen het vlot verder het water op. Dikke wolken modder stijgen op als ze afduwen in de bodem. Het duurt niet lang of ze zitten midden op de rivier. Het schommelen wordt erger, maar het vlot blijft goed liggen. Ook het vlot van de andere jongens zit stevig in elkaar, maar ze komen minder snel vooruit. Jesse en zijn vrienden duwen het vlot door de stroming heen. Ze zijn een sterk team. Nog een laatste keer goed afzetten tegen de bodem van de rivier en dan schuift het vlot de kant op. De jongens rennen naar de eik, tikken die aan en sprinten terug. Ze liggen alweer in het water als de anderen aankomen. Jesse en zijn vrienden joelen en steken hun stokken in de lucht. Dat hadden ze beter niet kunnen doen, want de stroming heeft ze direct te pakken. Ze ploeteren om verder te komen, maar het lukt niet. Ze moeten zich een stuk met de stroom laten meegaan. De jongens op het andere vlot schreeuwen van blijdschap als ze het vlot van Jesse zien afdrijven. Ze grijpen hun kans om aan wal te gaan, de boom aan te tikken en terug te varen. Eindelijk lukt het Jesse om door de stroming heen te breken. Ze hebben een flinke achterstand en zijn behoorlijk stroomafwaarts gevaren. De andere jongens zijn al over de helft. “Kom jongens, wie weet halen we ze nog in.” Jesse zet alles op alles om tegen de stroom op te varen. Hij schat de afstand in en ziet dat Mark op het vlot is gaan staan. Hij kijkt lachend naar het vlot van Jesse. “Wie is hier een watje?”, schreeuwt hij met zijn handen om zijn mond. Op dat moment helt het vlot over. Mark zwaait wild met zijn armen in de lucht om zijn evenwicht te bewaren. Hij probeert te blijven staan, maar het lukt niet. Zijn voeten glijden onder hem uit…

Wil je weten hoe dit afloopt? Kijk in Kits magazine op pagina 10

Geplaatst op woensdag 1 juni 2016 door Susanne Ruiter

naar magazine
Reacties laden

Laatste nieuws

Wriemende wortels!?

21241kitsnatuurwandeling-23.jpg

Verliefde eenden, eigenwijze paarden en een poepende worm. Je maakt het allemaal mee in natuurgebied de Hellegatsplaten. Boswachter Justin Haaij...

Lees meer

Stoeien met klanken en letters

spg-20995-Kits Logopedie-27.jpg

Je doet het de hele dag door en misschien zelfs in je slaap: praten! Voor sommige kinderen gaat dat niet vanzelf. Ook Aron en Jesse Bel (11)...

Lees meer
Word abonnee