Waarom zijn er handicaps?

Je kent ze vast wel: kinderen die anders zijn. Ze zitten hun leven lang in een rolstoel, kunnen niet praten of zijn blind. Misschien denk je: waarom zijn er handicaps?

„Stel, je hebt een gehandicapte zus. Waarom is zij anders? Een vraag die jij weleens gesteld zult hebben. Elke dag weer die zorg. Papa en mama die steeds bezig zijn met je zus. Je kunt bijvoorbeeld maar moeilijk met haar praten. Of ze kan niet lopen. Waarom is ze niet zoals alle andere kinderen?

Dit zijn best moeilijke vragen. En laten we maar eerlijk zijn: we weten er vaak ook geen goed antwoord op. Sommige mensen denken er maar niet te veel over na. Vaak hebben ze er ook niet mee te maken, komen er niet mee in aanraking.

Maar jij hebt er wél alle dagen mee te maken. Omdat je zo’n zus hebt. En dan begrijp je het niet. God heeft jullie gezin deze zus geschonken. Maar waarom heeft God het zo gedaan? Het zou toch ook anders kunnen?

Zonde en genade
Pijn en verdriet zijn door de zonde in de wereld gekomen. Alles wat verdriet doet, herinnert dus aan de zonde. Maar ook geeft God Zijn genade in deze wereld. Kijk, je gehandicapte zus is gedoopt. Daarmee zet de Heere haar apart. Voor God is je zus heel belangrijk en de doop wil je daar aan herinneren. Natuurlijk heb je vragen. De Heere wil echter dat wij onze vragen bij Hem zullen brengen.

Gods hand
We weten niet goed waarom God verdrietige dingen toelaat. We lezen wel in de Bijbel dat ze komen uit Gods vaderlijke hand. We lezen bijvoorbeeld over Job. Die heeft in één dag tien kinderen door de dood verloren. Wat erg! Zijn vrouw begrijpt er niets van. Job eigenlijk ook niet. En toch zegt hij dat we ook het kwade uit de hand van de Heere ontvangen. Lees het maar in Job 2 vers 10.

De Heere heeft met je zus een doel. Wat dat is? Misschien wil Hij wel dat jij veel voor haar bidt. Dat je afhankelijk van Hem zult zijn. Eén ding is zeker. Er komt een nieuwe aarde. Daar zullen geen mensen met pijn en beperkingen en handicaps meer zijn.Vraag maar aan de Heere of je daar eenmaal, door genade, met je zus mag aankomen. Dan zullen jullie samen zingen van Gods goedheid en genade. Wat moet dat heerlijk zijn.”