Ooievaars in de Bijbel

In Israel leven tegenwoordig twee soorten ooievaars: de witte en de zwarte ooievaar. Maar hoe was dat zo’n 4000 jaar geleden?

Ook in de Bijbel lees je al over de ooievaar. Bijvoorbeeld over zijn vleugels, zijn nest en zijn bijzondere richtingsgevoel.

Vleugels
Heb je wel eens een ooievaar zien vliegen? Zijn enorme vleugels en uitgespreide verendek: je blijft ernaar kijken. God neemt de ooievaar als voorbeeld als Hij aan Job vertelt over de wonderen van de schepping. De Heere wijst Job op de veren van de ooievaar. ‘Zou jij dat kunnen maken, Job?’ zegt God in andere woorden.

Ooievaarsnest
Een ooievaarsnest: Wie denkt er dan niet aan een hoge paal met een nest erop? Ooievaars zijn daar dol op, ze kiezen graag als woonplaats. In de tijd van de Bijbel was dat heel anders. Toen timmerden creatieve boeren geen onderkomen voor deze steltlopers. Toch weten we wel hoe de ooievaar toen leefde. In psalm 104 – een loflied op de schepping – staat dat de ooievaar zijn nest in de dennenbomen had.

Vogeltrek
Ooievaars zijn trekvogels. Hier blijven in de kou? Dat zou hun dood betekenen. Elk jaar als de herfst nadert trekken ze naar Afrika of India. Ze weten feilloos waar ze naartoe moeten. De Heere gebruikt de ooievaar als voorbeeld. Jeremia krijgt de opdracht om tegen het volk Israël te profeteren: “Waarom keren jullie je steeds weer van de HEERE af? Zelfs de ooievaar in de lucht weet wanneer het tijd is om te trekken. Hij weet precies wat goed voor hem is!  Maar Mijn volk weet dat niet.”

En jij, lijk je op de ooievaar of op het volk Israël?

Weetjes
* De ooievaar is een onrein dier.
* In de Bijbel gaat het zes keer over de ooievaar.
* De profeet Zacharia zag zeven nachtgezichten. In het laatste gezicht zag hij twee vrouwen met vleugels zoals een ooievaar.