Naar Friesland? Neem je hengel mee!

Als je ergens goed kunt vissen, is het wel in Friesland. Je vindt er prachtige vaarten en sloten, bomvol voorns, brasems en karpers. Vergeet dus niet je hengel mee te nemen als je er op vakantie gaat.

Wat je verder nog meer mee moet nemen? Hieronder een lijstje:

• Een hengel met een tuigje. Dat is nylon draad met een dobber, loodjes en een haakje. Je kunt kant-en-klaar-tuigjes kopen. 
• Aas. Voor voorn en brasem werken maden het beste. Die kun je in de meeste dierenwinkels kopen. Wit brood werkt ook. 
• Lokvoer. Doe er wat van in een kom en voeg er een beetje water bij. Pas op: niet te veel! Als je het gemengd hebt, moet je er ballen van kunnen maken die niet uit elkaar vallen.
• Groot loodje. Deze heb je nodig om te kijken hoe diep het is in de vaart of sloot. Knijp het loodje om de haak en laat je dobber zakken. Zinkt hij? Schuif je dobber dan net zo ver omhoog tot hij bijna boven water staat.
• Geduld. Je kunt nu beginnen. Prik twee maden aan de haak, nét door het velletje. Laat je dobber precies op de plek zakken waar je het lokvoer hebt gegooid. Geen beet? Wees geduldig. Na een uurtje nog niets? Probeer dan een ander plekje.

× ← →