Van giftig tot reusachtig

Giftige mieren, rode mieren, reuzenmieren – wil je ze allemaal uit elkaar houden, dan mag je eerst wel een paar maanden gaan studeren. Hier een paar opvallende soorten.

De koningin en haar werksters
Een mier lijkt een mier, maar zo simpel is het dus niet. Mieren heb je in soorten en maten. Dat begint al binnen elke kolonie, want ook daar bestaan verschillen: koningen, werksters, soms jonge mannetjes en larven maken er deel van uit. De werkster vormen de grootste groep en die zijn óók weer verschillend: de één is verkenner, slavenhaler of voedselverzamelaar, de ander nestonderhouder, kinderverzorgster of soldaat. Daarnaast heb je enorm veel soorten van kolonies.

Moeilijke namen
In het kort komt het er op neer dat de mier een hé-le-bóel zogenaamde onderfamilies heeft. Die onderfamilies dragen dure namen zoals Myrmica, de Steekmier, of Lasius, de Kleine schubmier. Bij de onderfamilies horen vervolgens vaak óók weer een heel rijtje verschillende soorten. Van de Myrmica heb je bijvoorbeeld de Myrmica Ionae (Moerassteekmier), de Myrmica Iobicornis  (Kalme steekmier), de Myrmica Ionae (Lepelsteekmier) en gá zo maar door!

Een reus
Een naam die nieuwsgierig maakt, is die van de Reuzenmier. Zou die nou echt zo reusachtig zijn? En waar moet je dan  aan denken, aan de grootte van een konijn, een hond of een olifant…? Griezels! Nee, zo erg is het niet. De reuzenmier haalt hooguit de 6 tot 18 millimeter. Da’s voor een mier natuurlijk best indrukwekkend, maar altijd nog een heel stukje kleiner dan een paperclip. Zou je hem weleens willen zien, dan moet je de grens over. In Nederland woont-ie nauwelijks, hij houdt meer van de zonnige bosranden in bergachtige streken.

Rood en bedreigd
De rode bosmier kruipt wel in Nederland rond. Maar die wil je misschien liever niet tegenkomen, want hij bijt. Niet gevaarlijk, soms wel een beetje vervelend. Toch zeggen natuurbeschermers dat juist die rode mier belangrijk is. Hij eet veel insecten en voorkomt zo insectenplagen. Tot twee jaar geleden was hij beschermd. Nu geldt dat alleen nog voor een van z’n vier ondersoorten: de stronkmier. De andere drie zijn niet meer bedreigd. Hoe een mier bedreigd kan worden? Door vernieling van de mierenhopen bijvoorbeeld, of door het verdwijnen van natuur.

Gevaarlijk roofdier
De mier als roofdier? Het is raar, maar waar: voor sommige mieren moet je oppassen. De Legermier is daar een goed voorbeeld van. Die heeft een indrukwekkend sterkte onderkaak en eet graag dode dieren en zelfs levende wezens. Wees gerust, hij woont hier niet. Alleen in verre landen zoals Nicaragua maakt hij de kust onveilig. Dat geldt ook voor de Kogelmier, de giftigste ter wereld. Zijn beet doet zeker vierentwintig uur lang zeer!

× ← →