Bert geeft tips voor het omgaan met (kinderen met) autisme

In Kits 24 lees je interviews met kinderen die autisme hebben. Een van hen is Bert Hovestad (10) uit Elst. Behalve het leerzame en duidelijke verhaal dat Bert vertelt, geeft hij ook een aantal tips:

Komt er een vriendje/vriendin met autisme bij je spelen?
1) Maak het niet te druk.

2) Vraag niet nog meer vriendjes of vriendinnetjes. Het is gemakkelijker om één op één te spelen dan met meer kinderen, omdat er anders heel veel gebeurt.

Heb je zelf autisme?
1) Als je thuis met meer broertjes en zusjes woont, is het fijn om ergens anders een rustig plekje hebt waar je soms een weekend naar toe kunt. Ik ga af en toe naar mijn opa en oma Van den Dikkenberg. Daar heb ik alle ruimte en rust.

2) Zorg dat je bij bijzondere dingen altijd de vragen; wie, wat, waar, waarom en hoe kunt beantwoorden. Dan heb je overzicht en kun je beter met de situatie omgaan.

3) Het is belangrijk dat je mensen hebt die je begrijpen. Mijn opa begrijpt mij heel goed. Dat deed hij ook al toen ik nog klein was. Als ik een driftbui had, maakte opa een afspraak met mij. Dan zei hij: Bert, we gaan zeven rondjes om de boerderij en dan lopen we terug naar de rest. Opa wist dat ik na die rondjes weer rust in mijn hoofd had. Ik ben ook regelmatig een zondag met mijn neefje bij opa en oma Hovestad. Dan kunnen we fijn met opa Rummikub spelen en de hond uitlaten in het natuurgebied tegenover hun huis.

4) Zorg ook op school dat je uitgerust bent en neem anders een time-out door een herriefoon op te zetten of even de klas uit te gaan.

5) Maak een poster waarop staat waar je goed in bent. Dan zie je dat er echt niet alleen maar dingen fout gaan doordat je autisme hebt.