Stralen in een prachtige jurk

„Wauw, deze jurk is mooi!” Arianne de Bruijn (11) uit Streefkerk en Anne-Lynn Buijs (11) uit Groot-Ammers zijn bij bruidsmodewinkel Speksnijder en kijken hun ogen uit.

De afdeling met bruidskleding is op de bovenste verdieping van de winkel in Bergambacht. Bijna alle wanden zijn bedekt met rijen trouwjurken. Verder naar achteren zijn grote paskamers. Er staan bankjes en stoelen in voor de mensen die mee komen om iemand te helpen bij het uitzoeken van een trouwjurk. En bijna overal waar je kijkt, zie je grote spiegels.

Arianne en Anne-Lynn kijken eerst nog voorzichtig rond, maar ze worden al snel steeds enthousiaster. „Kijk die jurk! Die is mooi!” Ze lopen snel naar een paspop met daarop een witte bruidsjurk. Het bovenste stuk is gemaakt van kant en de wijde rok van gladde stof. Aan de voorkant zit een strik. „Deze jurk zou ik wel willen”, zegt Arianne. „Alleen ik zou hem dan in het groen willen. Als ik tegen mensen zeg dat ik een groene trouwjurk zou willen, snappen ze dat heel vaak niet. Alleen ik bedoel niet fel groen, maar hoe heet die kleur groen?” Anne-Lynn snapt wel wat ze bedoelt. „Heel licht groen? Zoals deze?” Op een andere paspop hangt inderdaad een groene jurk. „Ja, precies deze kleur!” De twee meisjes zitten al vanaf groep 1 bij elkaar in de klas en zijn al net zo lang vriendinnen.

Trouwjurken verkopen

„Ha, goedemiddag! Klopt het dat jullie hier vanmiddag een showtje komen geven?” Verkoopster Thera Streefland kijkt de meisjes lachend aan. „Zullen we gezellig even wat drinken samen? Dan mogen jullie daarna iets passen uit de winkel.” Arianne en Anne-Lynn beginnen te glimmen. Ze hoopten al dat ze een jurk aan mochten doen. Maar eerst hebben ze nog wat vragen voor mevrouw Streefland.

Wanneer ze een koekje en wat drinken hebben gekregen, mogen ze beginnen. „Wat vindt u leuk aan het verkopen van trouwjurken en wat juist niet?” De verkoopster hoeft niet lang na te denken. „Het is een heel leuk vak. Ik werk al twintig jaar op deze afdeling en als ik het niet leuk zou vinden, zou ik het niet zo lang doen. Als klanten hier binnen komen, komen ze om een bruidsjapon te kopen voor de mooiste dag van hun leven. Ze vertellen je alles over hun bruiloft en over hoe ze eruit willen zien. Ik vind het fijn om ze te helpen bij het kiezen van een prachtige trouwjurk. Er zijn eigenlijk geen dingen die ik niet leuk vind.”

Rondkijken

Om erachter te komen welke jurk bij iemand past, stelt mevrouw Streefland natuurlijk vragen aan de toekomstige bruid. Maar ze kijkt ook hoe iemand eruitziet.
„Als een klant binnenkomt, bieden we altijd een kopje koffie aan. Mensen vinden het fijn om dan even rond te kijken. Je kunt al zien wat voor soort jurk ze mooi vinden. Met of zonder mouwen eraan en een rustige jurk of juist met veel kant. Aan iemands kleding zie je vaak ook wat bij iemand past. Als iemand rustige kleding draagt, wil die vaak ook een rustige jurk.”

In de mode

Arianne en Anne-Lynn luisteren geïnteresseerd. „Maar hoe weet u eigenlijk wat er in de mode komt?” Dat is een goede vraag. „We gaan naar beurzen toe om te zien welke jurken er gemaakt worden”, vertelt mevrouw Streefland. „Zo’n beurs wordt georganiseerd door de mensen die de trouwjurken maken. We kunnen de jurken bekijken bij een modeshow en dan kiezen welke wij in de winkel willen hebben. We bedenken wat onze klanten zouden willen en zoeken daar jurken bij uit.”
En wat is er dan nu in de mode? „Je ziet allerlei soorten jurken. Maar wat vrouwen nu wel vaak kiezen is een smalle jurk. Dus niet zo wijd, maar een rok die sluik naar beneden valt. Zoals op die paspop daar rechts.” Anne-Lynn kijkt naar de jurk. „Ja, zo één zou ik willen!”

Bruidskinderen

In de winkel hangt ook wat kleding voor kinderen. Want sommige bruidsparen vragen kinderen uit de familie om te helpen op de trouwdag. Die bruidskinderen mogen op de trouwdag bijvoorbeeld de ringen geven en de sleep van de trouwjurk optillen als de bruid loopt.
„Die bruidskleding voor kinderen maken we vaak op maat”, vertelt mevrouw Streefland. „Als een vrouw die gaat trouwen een bruidsjurk heeft gekocht, wil ze vaak in dezelfde stof een jurk voor een bruidsmeisje. Daar wordt dan een jurk van gemaakt in de maat van het kind, zodat de jurken op elkaar lijken.”
Arianne en Anne-Lynn weten wel wat ze bedoelt. Arianne was zelf een beetje bruidsmeisje bij de bruiloft van haar zus Willemijn. „Ik mocht ze in het gemeentehuis de ringen geven”, vertelt ze trots.

Atelier

De jurken voor bruidskinderen worden gemaakt in het atelier van de winkel. „Jullie mogen wel even kijken”, zegt de verkoopster. Ze loopt naar een deur achterin de winkel en doet die open. Er liggen overal rollen stof en achter tafels zitten allemaal naaisters. Op een naaimachine maken ze trouwjurken korter, veranderen ze de mouwen of maken ze kleding voor de bruidskinderen.

In de paskamer

Lang genoeg gepraat nu. Het is tijd om een mooie jurk te passen. „Omdat we de kleding voor bruidskinderen vaak op maat maken, hebben we niet zoveel in de winkel hangen”, legt mevrouw Streefland uit. „Maar ik heb wel iets anders wat jullie kunnen passen.” Ze loopt naar een rek met jurken. „Sommige vrouwen kiezen voor een korte bruidsjurk. Die hangen hier. Ik denk dat jullie deze wel passen.”
De meisjes kijken even in het rek.
Arianne krijgt een gladde, witte jurk. Anne-Lynns jurk is wat drukker. Het lijfje is gemaakt van kant. In de grote paskamer trekken ze allebei hun jurk aan. Mevrouw Streefland helpt hen met de knoopjes.

Er klinkt een hoop gegiechel achter het gordijn. „Wauw!” bewonderen ze elkaar. En het is wel duidelijk waarom als ze uit de paskamer komen. Het zijn net echte bruidjes!
Maar het is nog niet af. De verkoopster pakt voor allebei nog een sluier en een tiara. „Oh ja, zo’n kroontje is zó mooi!” verzucht Anne-Lynn. „Dat zou ik later ook echt willen.” Met nog een paar witte hakschoenen erbij is het plaatje compleet. Arianne en Anne-Lynn kijken in de spiegel. Ze voelen zich echt een bruid. „Ik zou later een jurk willen met bij de armen een beetje kant en dan een wijde rok eronder”, zegt Anne-Lynn. „Ik wil ook een wijde rok”, vertelt Arianne. „Van tule. En dan de bovenkant glad, maar misschien ook wel met kant.”

De meisjes blijven maar kijken naar de jurken die ze aan hebben. Ze draaien nog eens een rondje voor de spiegel en lopen heen en weer. Allebei hadden ze hun haar mooi gevlochten voor deze middag. En allebei hebben ze een grote lach op hun gezicht. „Ze stralen helemaal hè?” ziet ook mevrouw Streefland. Het is wel duidelijk waarom ze haar beroep zo leuk vindt. Want Arianne en Anne-Lynn zijn vast niet de enige vrouwen die gaan stralen wanneer ze zo’n mooie jurk aan hebben.

„Rustige kleding voor bruidskinderen”

Misschien heb je al eens gezien dat er op een trouwdag bruidskinderen waren. Of misschien ben je zelf wel bruidsmeisje of bruidsjonker geweest. Bruidskinderen helpen bijvoorbeeld bij het dragen van de sluier, het strooien van bloemen, het geven van de ringen of het vasthouden van het boeket.
Maar wat voor kleding moet je dragen als je bruidskind mag zijn? Meestal kiest het bruidspaar de kleding uit voor de kinderen. De jurk van een bruidsmeisje lijkt vaak op die van de bruid en een bruidsjonker heeft vaak een pak aan dat lijkt op dat van de bruidegom. Maar dat hoeft helemaal niet. Het belangrijkste is dat de kleding lekker zit en dat je er als kind ook nog gewoon in kunt spelen. Mevrouw Streefland helpt mensen in de bruidsmodewinkel bij het uitkiezen van kleding voor de bruidskinderen. Volgens haar moet de outfit vooral niet te druk zijn. „Houd de kleding zo rustig mogelijk, want kinderen zijn van zichzelf al heel leuk.”

× ← →