Welke landen vochten op 6 juni 1944?

Verschrikkelijke gevechten in Normandië, in Frankrijk. Maar wat was er eigenlijk aan de hand?

Dit moet je vooraf weten.
In 1939 begon de Tweede Wereldoorlog. Adolf Hitler, de leider van Duitsland, wilde zo veel mogelijk landen veroveren. In 1940 werd Nederland aangevallen. En ook België en Frankrijk. Het lukte Hitler niet om Engeland te veroveren. Er volgden jarenlange gevechten tussen Engeland en Duitsland. Engeland werd geholpen door Amerika en Canada. Die landen noem je de geallieerden. Duitsland werd geholpen door Italië. Duitsland vocht ook in Rusland en Afrika. Maar daar gaat deze Kits niet over.

Om Duitsland te verslaan, moesten de Engelsen, die natuurlijk op een eiland wonen, op het vaste land gaan vechten. Waar moesten ze beginnen? Dat kon eigenlijk maar in drie landen: Nederland, België en Frankrijk. Die drie liggen het dichtst bij Engeland.

Nederland
Nederland was moeilijk te veroveren. Nederland heeft veel rivieren. Daar konden de Duitsers zich achter verschuilen. Er woonden ook te veel mensen in Nederland. Die zouden gedood kunnen worden bij de gevechten.

België
België was best wel geschikt. Maar net als Nederland ligt België dicht bij Duitsland. De Duitsers zouden heel snel extra tanks en andere wapens vanuit Duitsland naar het oorlogsgebied kunnen sturen.

Frankrijk
Frankrijk was de beste plek voor een aanval. In Normandië, een deel van Frankrijk, zijn brede stranden. Daar konden veel wapens naartoe worden gebracht. En er woonden in dit deel van Frankrijk ook niet zo veel mensen als in Nederland.Langs de kust hadden de Duitsers allemaal bunkers gebouwd. Daarover heb je in deze Kits al gelezen. Vanuit de bunkers konden ze schieten op hun tegenstanders.

2,5 maand
De gevechten in Normandië duurden van 6 juni tot en met 25 augustus, dus ongeveer 2,5 maand. De Duitsers verloren bijna 400.000 mannen, die werden gedood of gewond raakten. Van de geallieerden, dus onder andere Engeland, werden er meer dan 200.000 gedood of verwond. En er stierven 20.000 mensen die woonden op de plekken waar werd gevochten. Als je alle doden en gewonden bij elkaar optelt, heb je net zo veel mensen als er tegenwoordig in heel Rotterdam wonen.

Verenigde Staten
Amerika, of beter: de Verenigde Staten van Amerika, kreeg in 1941 oorlog met Japan en Duitsland. Amerika kon ontzettend snel veel wapens maken. De belangrijkste generaal was Dwight D. Eisenhower. Hij nam de beslissing om Normandië aan te vallen.

Groot-Brittannië
Engeland, of beter: Groot-Brittannië, had vanaf 1939 oorlog met de Duitsers. De Duitsers konden Engeland niet veroveren. In Engeland werden heel veel militairen en wapens bij elkaar gebracht. Die moesten allemaal naar Frankrijk. Canada vocht ook mee. Het hoort eigenlijk bij Groot-Brittannië. De twee landen hebben allebei een eigen regering, maar ze hebben dezelfde koningin.

Duitsland
Duitsland had heel veel landen veroverd. Een paar landen hielpen Duitsland. De meeste landen hadden een hekel aan de Duitsers. Toch waren er ook jonge mannen uit die landen die voor Duitsland gingen vechten. Ook werden sommige mannen gedwongen om voor de Duitsers te vechten. Mannen uit Rusland bijvoorbeeld. Vochten ze niet voor de Duitsers? Dan werden ze doodgeschoten. Of ze kregen simpelweg geen eten en verhongerden.