Kits thuis ontvangen? Nu voor 3,35 per maand

Vleermuisje Vera ziet de wereld op de kop

Tsja, da’s even wennen, hè? De wereld op z’n kop! Ik wil je vandaag graag door mijn vleesmuisoogjes laten kijken en voor mij ziet er alles er zó uit. Want ik ben een vleermuizenmeisje en hang dus het liefst… ondersteboven!

Waarom dát dan, wil je weten? Nou, gewoon omdat ik lopen lastig vind.! Met mijn achterpoten kan ik wel kruipen, maar als ik probeer op te staan, val ik plat op mijn snuit. Mijn voorpoten zijn vleugels. Daarmee een rondje lopen, lukt dus ook niet. Door dit alles zou snel opstijgen voor mij best ingewikkeld zijn. En dus hang ik het liefst lekker ondersteboven. Als er dan gevaar dreigt, laat ik me vallen en vlieg ik meteen weg.

Nu moet je me niet zielig vinden, hoor. Mijn pootjes mogen dan niet zo geschikt zijn voor een flinke wandeling, ze zijn wel superhandig om aan te hangen. Ik heb gehoord dat jij moe wordt als je een poosje aan het klimrek hangt. Dat snap ik niet. Ik kan het maanden volhouden – en dat doe ik dan ook wanneer het tijd is voor mijn winterslaap. Voor het hangen heb ik geen kracht nodig, alleen voor het loskomen. Dát snap jíj zeker niet…;-)?

Maar laat ik bij het begin beginnen. Toen ik geboren werd, hing mijn moeder niet aan haar achter- maar aan haar voorpootjes. Gelukkig viel ik niet keihard, want mama ving mij op in haar staartvlieghuid. Ze beet de navelstreng door, likte me schoon en liet me omhoog kruipen naar haar tepel voor een slokje melk. Net als jij werd ik in m’n blootje geboren. Jij kreeg kleertjes aan, ik kreeg een vachtje.

Toen ik bijna vier weken oud was, leerde ik vliegen. Eerst had ik er zin in, want ik was zó nieuwsgierig. Maar toen mijn moeder me riep, vond ik het toch vreselijk eng! Even dacht ik dat ik het nooit zou durven: zomaar mijn lange armen uitstrekken en gáán. Uiteindelijk deed ik het toch. Het lukte, maar het was echt moeilijk. Het duurde wel twee weken voordat ik er echt goed in was.

Het was fijn dat ik eerst mocht oefenen en niet meteen op jacht hoefde. Mijn moeder had nog melk voor mij en zij hield ook de lelijke bosuil in de gaten, die op me zat te loeren. Toen ik goed genoeg kon vliegen, ging ik insecten vangen. Mjammie! Daar geniet ik van: eerst een snelle zwaai met mijn buidel – een soort zak aan mijn onderlijf –, daarna ,,Hap!” En dan flink bijten met mijn scherpe tandjes en lekker smikkelen.

Ik ben apetrots op mijn prachtige vleugels, maar ik moet er ook heel voorzichtig mee zijn. De vlieghuid die daar overheen zit, is namelijk zo dun dat hij gemakkelijk stuk kan gaan. Voordeel is je met zo’n dunne, grote vlieghuid ongelooflijk snel kunt vliegen en heel gemakkelijk bochtjes maakt. Dat heb ik natuurlijk ook wel nodig als ik achter een vlieg aan zit…!

Houd jij van moeilijke woorden? Ik niet! Toch ga ik je er nu eentje leren. Want als je het over vleermuizen hebt, heb je het ook over “echolocatie”. E-cho-lo-ca-tie. Dat werkt zo: Al vliegend maak ik hoge geluiden, zo hoog dat jij als mensenkind ze niet eens horen kunt. Deze geluiden worden door de dingen om mij heen weerkaatst en zo weet ik precies waar wat staat of ligt of vliegt.

Met die echolocatie hoor ik zelfs waar het dunste draadje van een spinnenweb hangt. Ik bots er nooit tegenaan, ook niet tegen telefoon- of stroomdraden. En mijn ingebouwde ‘radar’ werkt zó goed, dat ik zelfs precies het verschil kan horen tussen iets waar ik omheen moet vliegen én iets dat ik moet vangen. Het is dan ook helemaal niet erg dat ik niet zo goed zien kan, ik heb gewoon geen goede ogen nodig.

Trouwens, het was ook niet zo handig geweest als ik mijn ogen veel moest gebruiken. Ik werk immers vooral ’s nachts! Dan is het toch te donker om insectjes te zien. Overdag slaap ik en ben ik druk met het poetsen van mijn vleugels en vacht. Zodra het begint te schemeren, ga ik een paar uur op jacht. Daarna kom ik weer terug naar mijn huis.

Weet je wat ik echt verschrikkelijk vind? Die straatlantaarns en autolampen van jullie! Mijn ogen zijn daar enorm gevoelig voor. Ik heb last van dat licht en ik loop bovendien gevaar, want roofvogels kunnen mij door het licht beter zien en me te pakken nemen. Aan de andere kant zwermen de insectjes die ik zo lekker vind vaak rondom een lamp. Dan moet ik kiezen: óf op het licht afgaan óf deze hapjes laten schieten. 

’s Winters zijn er weinig insecten. Dan moet ik dus hongerlijden, maar daar heb ik geen zin in. Ik ga gewoon lekker winterslapen. Aan het einde van de herfst eet ik mijn buikje tonnetjerond en dan zoek ik een mooie plek. Ik slaap graag op (schuur)zolders, in boomholtes, spouwmuren of grotten als die er zijn. Maar ik blijf nooit lang op dezelfde plaats. Zelfs tijdens mijn winterslaap word ik weleens wakker om te verhuizen.

Tot nu toe heb ik je vooral over mezelf verteld. Maar ik ben niet alleen, hoor. Sommige van ons leven alleen, andere houden van gezelligheid en wonen fijn bij elkaar. Onze groepen heten kolonies en bestaan soms wel uit vijfhonderd vleermuizen! Mijn eigen kolonie is kleiner, maar kan toch een hoop kabaal maken. We kletsen wat af met elkaar! Dat is niet alleen gezellig, ook veilig! Vijanden blijven uit de buurt als ze onze herrie horen.

Begin deze zomer ben ik één jaar geworden. Als het goed is, vind ik komend najaar een leuk vriendje. De zaadjes die ik van hem krijg, bewaar ik tot na mijn winterslaap. En dan hoop ik in juni mijn eerst kindje te hebben. Al is mijn vriendje dan al lang weer verdwenen, ik hoef de kleine gelukkig niet alleen op te voeden. Dat ga ik samen met andere jonge moeders doen.

We vormen met elkaar een aparte kolonie, die moeders en ik. Waarschijnlijk zijn we dan met een stuk of twintig, vijfentwintig vrouwtjes. Soms zijn het er zelfs wel honderd, heb ik gehoord! Onze nieuwe, tijdelijke kolonie noemen we een kraamkamer. We beschermen elkaar en helpen elkaar. Terwijl sommige moeders op jacht gaan, passen andere op de baby’s. Goed geregeld, toch? Ik heb er al zin in!

Geplaatst op maandag 22 juli 2019 door Jeannette Wilbrink-Donkersteeg BEELD iStock

Vleermuisje Vera ziet de wereld op de kop
naar magazine
Reacties laden

Laatste nieuws

Wriemende wortels!?

21241kitsnatuurwandeling-23.jpg

Verliefde eenden, eigenwijze paarden en een poepende worm. Je maakt het allemaal mee in natuurgebied de Hellegatsplaten. Boswachter Justin Haaij...

Lees meer

Stoeien met klanken en letters

spg-20995-Kits Logopedie-27.jpg

Je doet het de hele dag door en misschien zelfs in je slaap: praten! Voor sommige kinderen gaat dat niet vanzelf. Ook Aron en Jesse Bel (11)...

Lees meer
Word abonnee