Kits thuis ontvangen? Nu voor 3,35 per maand

Dieren in gevaar

Ze zijn stoer, snel en sterk, maar tegen een geweerkogel, een val of honger kunnen ze niet op. Neushoorns, luipaarden en orang-oetans lopen het gevaar de komende jaren compleet te verdwijnen. Zij – én een heleboel andere prachtige dieren – hebben het zo moeilijk dat ze dreigen uit te sterven. Hoe komt dat?

Hoe komt het toch dat al die mooie, wilde dieren niet gewoon kunnen blijven leven? Voor een groot deel is dat de schuld van ons, mensen. We pakken hen hun ruimte, hun eten, hun gezondheid en uiteindelijk hun leven af. Dat doen we zo:

1) Wij willen altijd maar meer “hebben”. Meer geld, meer mooie spullen. En “mooie spullen”. Daar valt voor heel wat mensen ook de vacht van dieren onder. Of het ivoor van hun tanden. Jagers en stropers kunnen daardoor veel geld krijgen voor deze dieren. Ze doden ze uit pure hebzucht en verkopen ze aan andere mensen.

2) We zijn met steeds meer mensen op de aarde en we vragen (te) veel ruimte voor onszelf. Om bijvoorbeeld steden, wegen of mijnen aan te leggen, kappen we bossen. Dieren die deze bossen juist nodig hebben, vinden geen plekje om te wonen. Zo kan de panda in veel gevallen niet genoeg bamboebossen meer vinden. En die heeft hij toch echt nodig om te kunnen overleven, want hij eet haast niets anders dan bamboe.

3) Niet alleen bossen en oerwouden, ook andere natuurgebieden zoals prairies en steppen worden almaar kleiner doordat de mens stukje voor stukje in beslag neemt. Het Wereldnatuurfonds legt uit dat bijvoorbeeld van het gebied waar altijd leeuwen hebben gewoond, nog maar 8 procent over is.

4) Zelfs op zeeën en oceanen wordt het drukker. Niet dankzij de dieren, maar vanwege de scheepvaart. Want wij, mensen, bestellen van alles van overzee. Aten we vroeger aardappels en boontjes uit eigen land, inmiddels willen we natuurlijk ook rijst uit Indonesië, sinaasappels uit Spanje en granaatappels uit Griekenland. Wat van ver gehaald wordt, vinden we het lekkerst, zo lijkt het wel. En ons speelgoed wordt in China gemaakt, onze auto’s komen uit Japan. Dat alles moet wel per schip vervoerd worden. Het zeewater is daardoor minder veilig en wordt meer vervuild. Zeedieren zijn hier de dupe van.

5) Botten of bijvoorbeeld poten van sommige dieren – denk aan tijgers – worden in verre landen voor medicijnen gebruikt. Of die medicijnen altijd werken, is nog maar de vraag en bovendien zijn ook andere stoffen voor. Maar toch blijven mensen de dieren doden voor hun pilletjes of drankjes. Het aantal tijgers is mede daardoor met 95 procent gedaald!

6) Allerlei dieren worden nog altijd gegeten, ook al zijn er inmiddels nog maar heel weinig van over. Volgens het Wereldnatuurfonds doden Japan, IJsland en Noorwegen bijvoorbeeld elk jaar een stuk of duizend walvissen, hoewel de jacht op deze dieren al lang verboden is.

7) De opwarming van de aarde – waarschijnlijk door wat de mens allemaal doet en gebruikt – zorgt ervoor dat ijskappen smelten. Het gevolg: De waterspiegel op aarde stijgt, schildpadden vinden minder gemakkelijk een plekje om eieren te leggen, ijsberen weten niet meer waar ze nu moeten gaan wonen. Deze witte beren kunnen op zich wel goed zwemmen, maar ze hebben toch echt ijsvlakten nodig om in leven te blijven.

8) En dan is er nog al dat afval. Wind en water brengen zoveel rondslingerend plastic naar de oceanen, dat daar een complete “plastic soep” ontstaat. Zeedieren eten ervan, maar het spul verteert niet in hun buik, het vergiftigt hen juist. Olie die op het water drijft, plakt aan de veren van zeevogels, waardoor zij niet meer kunnen vliegen. En dus doodgaan.

*55 Afrikaanse olifanten per dag gedood. *Jonge orang-oetans worden als huisdier verkocht, de moeder wordt bijna altijd gedood. *Het leefgebied van de ijsbeer verdwijnt door smeltend zee-ijs. *Er wordt nog steeds grof geld betaald voor een bontjas van een luipaardvacht.

Je ziet het: allemaal slecht nieuws. Alleen al een piepklein zoektochtje via internet kan je flink verdrietig maken vanwege dit soort vondsten. Hoewel het aantal mensen in deze wereld juist toeneemt, wordt Gods goede schepping toch steeds leger. Diersoort na diersoort verdwijnt.
Dat is verschrikkelijk. Voor de Heere, Die al dit moois bedacht en maakte. Voor de dieren zelf, die veel lijden. Voor de mensen, die niet langer van deze wonderen kunnen genieten. En voor de natuur. Want als één soort verdwijnt, heeft dat ook dramatische gevolgen voor andere soorten in een gebied. De natuur blijft op deze manier prachtig in evenwicht. Dit noem je een “ecosysteem”: een groep van planten- en dieren die elkaar in stand houden; er komen er niet te veel, maar ook niet te weinig.

Met elkaar zijn we als mensen verantwoordelijk voor de schepping. En ook in Nederland kennen we ecosystemen. Ook bij ons is het ene beestje nodig om het andere te laten overleven. Een voorbeeld van een Nederlands ecosysteem is het gebied van duinen en stranden langs de kust. Een ander voorbeeld is dat van de Wadden. En dan hebben we nog de bossen op de Veluwe of de heide in Drenthe. Als in zo’n gebied één plant of dier verdwijnt, kan het hele ecosysteem verstoord raken. Als koolmezen geen kans meer krijgen om te overleven, verdwijnen ze. Dan eten ze ook niet langer eikenprocessierupsen en dan kunnen die rupsen een plaag worden. Een ecosysteem mag bij ons dan inmiddels uit kleinere dieren bestaan, maar ooit woonden er enorme beren en elanden in ons land. Ze zijn verdwenen.

Geplaatst op dinsdag 18 februari 2020 door TEKST Jeannette Wilbrink-Donkersteeg BEELD iStock

Dieren in gevaar
Dieren in gevaar
naar magazine
Reacties laden

Laatste nieuws

Wriemende wortels!?

21241kitsnatuurwandeling-23.jpg

Verliefde eenden, eigenwijze paarden en een poepende worm. Je maakt het allemaal mee in natuurgebied de Hellegatsplaten. Boswachter Justin Haaij...

Lees meer

Stoeien met klanken en letters

spg-20995-Kits Logopedie-27.jpg

Je doet het de hele dag door en misschien zelfs in je slaap: praten! Voor sommige kinderen gaat dat niet vanzelf. Ook Aron en Jesse Bel (11)...

Lees meer
Word abonnee