Eva leest en leest, maar speelt liever buiten

Het afgelopen jaar las Eva Cranendonk (8) uit Woerden 200 boeken. In haar konijnenpak.

Het begon met een goed voornemen van mama Erna Cranendonk. Die wilde in 2019 elke twee weken een boek lezen. In een jaar tijd dus 26. Eva wilde meer lezen dan mama. Dus las ze 26 boeken in de eerste drie weken van het jaar. Haar leeswoede werd beloond. Ze mocht kiezen wat het gezin at. Eva koos hartige taart. Inmiddels heeft ze zeven keer het eten mogen kiezen. Slechts één keer koos ze voor patat. Eva houdt vooral van hartig voedsel.

Annemaria koekoek

„Lezen is geen hobby van me”, zegt Eva. „Buiten spelen doe ik veel liever. In de pauze op school speel ik met vriendinnetjes op het plein. En als ik thuiskom speel ik met meisjes uit de buurt. Dan doen we spelletjes als Marco Polo, fototoestelletje klikklak of Annemaria koekoek.”

Overdag komt Eva dus niet aan lezen toe. Dat doet ze ’s avonds na het eten. „Dan mag ik niet meer naar buiten. En als ik dan ook geen cd meer mag luisteren, maar nog niet naar bed wil, zegt mama: „Je mag nog wel even lezen.””

Dan gaat Eva naar haar slaapkamer en trekt ze haar konijnenpak aan. Want dat is lekker warm. De oren trekt ze op haar hoofd. Ze kruipt in een hoekje van de bank. Of onder de dekens. „Als ik vroeg naar bed ga, mag ik nog 99 minuten lezen. Maar pas, toen mijn broer Ruben zijn verjaardag vierde, was het superlaat geworden. Dan mag ik nog maar tien minuten lezen en moet ik daarna gaan slapen.”

Als het klokje het signaal geeft dat haar tijd er op zit, leest Eva nog even haar hoofdstuk uit. Daarna kruipt ze onder de wol.

Ponyboeken

Op haar kamer ligt een stapel van tientallen boeken. De serie over Sem en Eva van schrijfster Evelien van Dort leest Eva graag omdat haar naam dezelfde is als die van een van de hoofdpersonen. ”Spekkie en Sproet”, is ook een leuke serie, vindt Eva. „Dat gaat over kinderen die allerlei dingen ontdekken.”

Het liefst leest Eva echter over pony’s. De serie over de manage Zonnehoeve verslindt ze. Net als de boeken over de belevenissen van pony Ster. Eva trekt een dik boek tussen de stapel vandaan. „In dit boek zitten vier boeken; Ster in de sneeuw, Ster de Knuffelpony, Ster springt en Ster en de grote verrassing. Toen ik dit boek uitlas, had ik dus vier boeken gelezen.”

Het allermooiste ponyboek is toch de serie over Funny, vindt Eva. „Dat is een pony die alle wedstrijden wint. En het meisje dat op hem rijdt heet net als ik Eva. Het is best leuk dat er zoveel boeken zijn waarin meisjes dezelfde naam als ik hebben.”

Zwerver

De titel van ieder gelezen boek noteert Eva in een schrift. Na elke 26 boeken staat een dikke streep. Dan kiest Eva het avondeten. Ook na honderd boeken staat een streep. „Toen mocht ik een monchoutaart bakken. Zomaar, op een doordeweekse dag. Die hebben we toen ’s avonds na het avondeten opgegeten.” Zulke beloningen stimuleren Eva door te gaan met lezen, zegt ze. „Anders zou ik minder lezen.”

Soms leest Eva als ze straf heeft. „Als ik boos ben, moet ik naar mijn kamer. Dan ga ik lezen. Ik raak dan helemaal versuft van het verhaal en vergeet mijn boosheid.”

Als Eva een leuk boek leest, en ze heeft het lekker warm, zit ze met haar gedachten in het boek. „Dan wil ik het verhaal meebeleven.” Als een boek minder leuk is, dwalen haar gedachten eerder af, zegt Eva. Soms wordt een boek te spannend voor haar. „Ik blader voordat ik ga lezen vooruit in het boek om plaatjes te kijken. Bij Mees en Tijn kwam er opeens een zwerver. Toen dacht ik: huh, wat is dit nou weer voor man? Toen ik zag dat het een zwerver was, ben ik naar beneden gegaan om samen met mama verder te lezen. Dan durf ik het wel.”

Goede voornemens van kinderen (volgens grote mensen)

1. Op tijd naar bed gaan.

2. Me niet meer misdragen in het openbaar.

3. Mijn bord leegeten.

4. Zonder zeuren m’n kleren door mama laten uitkiezen.

5. Niet meer kliederen met verf, klei, stiften of andere knutselspullen.

6. Niet stiekem iets aanklikken op de iPad en zo een app kopen.

7. Meteen (mee) naar huis komen als mama dat vraagt.

8. Mama niet wakker roepen als ik midden in de nacht wakker word (behalve als ik midden in de nacht wakker word).

9. Zonder zeuren m’n speelgoed delen.

10. ... (Vraag aan je opvoeder(s) welk goed voornemen van jou hier nog bij hoort te staan.

× ← →