Kinderen Eliëzer- en Obadjaschool in actie voor Uganda (video)

De kinderen van de Eliëzer- en Obadjaschool in Zwolle voeren actie voor hun leeftijdgenootjes in Uganda, die vaak niet naar school kunnen. 

Wat neem je mee als je moet vluchten? De vingers schieten de lucht in als Rosanne Kniep van de hulporganisatie ZOA dinsdag deze vraag stelt. „Eten.” „Schone kleren.” „Drinken.” „Een deken voor als het ’s nachts koud wordt.” „En een Bijbel natuurlijk.”
De ongeveer 160 leerlingen van de Eliëzer­school en de Obadjaschool cluster 4 in Zwolle doen goed mee in de gastles van de ZOA-voorlichter. „Veel mensen uit Uganda moesten vluchten vanwege de oorlog. Waarnaartoe, denk je?” „Naar Europa.” „En als je daar geen geld voor hebt?” „Dan kruip je in de trailer van een vrachtwagen.”

De meeste mensen uit Uganda vluchtten vanwege het oorlogsgeweld naar de
buur­landen. In 2007 was de oorlog voorbij. Toen de Ugandezen terugkwamen, was er veel verwoest: huizen, scholen en wegen.

Talloze kinderen kunnen intussen nog steeds niet naar school omdat ze bijvoorbeeld thuis moeten meehelpen. Of ze moeten werken voor de kost. Of er is geen geld om naar school te gaan. Of de school is te ver weg.

”One, two, tree”
ZOA wil er met het project ”One, two, tree” voor zorgen dat er weer scholen gebouwd worden in Uganda en dat alle kinderen daarnaartoe kunnen. De hulporganisatie heeft twee Ugandese kinderfiguren bedacht: Ebo en Melody. Ebo kan niet meer lopen. Hij mag niet naar school, want gehandicapten horen er niet bij in Uganda. Melody’s school is verwoest door oorlogsgeweld.

„Waarom is het zo belangrijk om naar school te gaan?” is de vraag van Rosanne Kniep. „Voor later”, is het antwoord. „Wat wil je later worden?” Een meisje gaat leren voor kleuterjuf . Een jongen: „Vracht­wagenchauffeur.” „Ik ga de verzorging in”, weet een meisje. „Zo hebben de jongens en meisjes in Uganda ook allemaal een droom”, vertelt Kniep. „Samen kunnen we hen helpen. We kunnen bidden voor die kinderen. Maar we kunnen ook geld op­halen om scholen te bouwen en school­spullen te kopen.”

Geld ophalen
Het Reformatorisch Dagblad houdt een actie om onder andere het project van ZOA in Uganda te steunen. Er is al bijna 600.000 euro opgehaald.

De kinderen van de school voor speciaal onderwijs in Zwolle zijn vast van plan om dat bedrag nog verder aan te vullen. Aan het einde van de gastles lijkt er zelfs een soort wedstrijd te ontstaan tussen twee klassen. Juf De Visser vraagt aan groep 7a/8a: „Hoeveel geld gaan jullie ophalen?” Een jongen denkt aan zo’n 900 euro. Groep 8a/8b laat het daar niet bij zitten: „Wij gaan voor de 1000 euro. Let maar eens op!”

>>zoa.nl/campagne/onetwotree
>>steundel.nl

Naam: Louise van Hell (13), Groep: 8a/b, Woonplaats: Kampen

„Wij voeren actie voor kinderen in Uganda. Melody bijvoorbeeld is een meisje dat les krijgt onder een boom. In de oorlog is haar school kapotgeschoten. Wij willen ervoor zorgen dat zij weer een echt lokaal krijgt. Maar ook schoolspullen, zoals schriften, potloden, krijtjes en school­uniformen.”

Naam: Erik Noordzij (13), Groep: 8a/b, Woonplaats: Nunspeet

„Ebo is een jongen uit Uganda die gehandicapt is geraakt door de oorlog. Hij mag niet naar school. We gaan allerlei acties doen om te zorgen dat hij wel weer naar school kan. Flessen verzamelen, een sponsorloop houden en een kleedjesmarkt organiseren.”

Naam: Tamara Jager (11), Groep: 7b, Woonplaats: Vriezenveen

„Ik ga eerst heel veel flessen verzamelen voor het statiegeld. Want de klas die de meeste flessen ingezameld heeft, krijgt een taart. Die wordt dan eerlijk onder de kinderen verdeeld.”

Naam: Roos Nieuwenhuis (12), Groep: 7b, Woonplaats: Rijssen

„Ik vind het leuk om aan de actie mee te doen. Zo krijgen kinderen die niet veel hebben ook wat. Wij gaan naar school, krijgen schriften en al die dingen meer, maar dat hebben zij niet.”

× ← →