Lotte: pesten doet pijn
„Jij bent stom!” „Ik wil niet met jou spelen!” „Je mag lekker toch niet op mijn feestje komen.” Elke dag worden nog steeds duizenden kinderen in Nederland gepest. Kinderen zoals Lotte.
Ze vindt het best moeilijk om over het pesten te praten. Want Lotte heeft een akelige tijd gehad op de basisschool.
Eigenlijk had ze nooit veel vriendinnetjes. Lotte was altijd al een beetje een stil en onzeker meisje. Maar wel heel vriendelijk en vrolijk. Af en toe ging ze bij iemand spelen. En op school deed ze zo veel mogelijk mee met de spelletjes op het schoolplein.
Toen ze in groep 7 zat, ging het mis. Lotte weet nog steeds niet waarom. „Een van de meisjes begon mij op het schoolplein uit te schelden. Bij gym werd ik als allerlaatste gekozen. Ook mocht ik niet meer meedoen met spelletjes op het plein. Dan speelde ik maar met de kleuters: die vond ik lief. Of ik ging alleen in een hoekje zitten.”
Op een dag hield een meisje in Lottes klas een feestje voor haar verjaardag. Alle meiden in de klas waren uitgenodigd, behalve Lotte. „Ik heb dat tegen mijn moeder gezegd en die heeft het meisje opgebeld. Het meisje loog en zei dat er nog meer meisjes waren die niet uitgenodigd waren. Dus dat veranderde niets.”
Huilen
In groep 8 kwam Lotte in de klas naast een meisje te zitten dat heel onaardig tegen haar deed. „Ze zei vaak gemene dingen tegen mij. Over mijn uiterlijk bijvoorbeeld, dat ik stomme kleren aan had. Dan schoof ik mijn stoeltje zo ver mogelijk van haar vandaan. Maar andere klasgenoten kwamen om mij heen staan en begonnen mij dan te duwen en het gemene meisje te helpen. Soms moest ik daardoor in de klas huilen.”
Zei de meester er niets van? Nee, zegt Lotte. „Mijn klasgenoten deden zulke dingen alleen als de meester niet in de buurt was. Ik heb weleens tegen de juffrouw van groep 7 verteld dat ik gepest werd, maar die geloofde mij niet.”
Lotte werd nooit geschopt of geslagen. Het getreiter was geniepiger. „Toen we bijvoorbeeld in groep 8 met de klas op kamp gingen, wilde er geen enkele klasgenoot naast mij fietsen. Ik was altijd alleen.”
Pas toen Lotte naar de middelbare school ging, is het pesten in de tweede klas gestopt. „Ik kreeg een andere klas waarin ik me goed op mijn gemak voelde. De tweede klas was denk ik de leukste tijd die ik op school gehad heb.”
Onzeker
Lotte heeft er nu nog last van dat ze gepest is, ook al is er nu niemand meer die haar naroept. „Ik ben nog steeds heel onzeker. Ik vind mijzelf niet mooi of leuk, omdat anderen dat vroeger ook niet vonden. En als ik nieuw kom in een groep, ben ik bang dat ik niet geaccepteerd zal worden.”
Lotte vindt dan ook dat je nooit iemand mag pesten. „Misschien denk je dat het grappig is. Of dat het wel meevalt met dat meisje of die jongen in je klas. Maar pesten is niet zo onschuldig als het lijkt. Kinderen die gepest zijn, vergeten dat nooit meer en kunnen daar de rest van hun leven last van hebben.”
Tips
Word je gepest? Misschien dat een van deze tips jou helpt.
1. Praat erover met een volwassene die je vertrouwt. Dat lucht op.
2. Praat ook altijd met je ouders, zij kunnen je helpen. Erover praten is géén klikken!
3. Vertel het tegen je meester of juf.
4. Onthoud dat het gepest niet jouw schuld is. Misschien ga je dat denken. Maar niemand heeft het recht om je te pesten.
5. Vertel pesters dat je het niet leuk vindt. Ze moeten weten dat ze je pijn doen. Houd er desnoods een spreekbeurt over.
6. Lees boeken over pesten. Daar staan heel veel tips en adviezen in. Voor jezelf, voor je ouders en je school. In de bibliotheek vind je er ook een heleboel.
7. Ga leuke dingen doen: word lid van een vereniging of club en probeer zo vrienden te maken.
8. Leer jezelf kennen, kijk niet alleen naar je goede, maar ook naar je minder goede kanten.
9. Ga niet negatief over jezelf denken.
10. Let op je houding. Trek je niet terug, maar sta rechtop, kin omhoog en maak oogcontact. Hierdoor word je een minder aantrekkelijk slachtoffer voor de pesters.
Bron: stopmetpesten.nl
Geplaatst op vrijdag 23 september 2016 | Jacomijn Ariakhah, beeld iStock