Toon en de vervende beer
Het ruikt naar verf in de slaapkamer van Toon. En het is een grote rommel. Er liggen oude kleden over het bed en er liggen kwasten, potten verf en kranten. Papa staat op een trap en schildert het plafond wit. Hij stopt met verven en draait zijn hoofd. “Ik krijg er een stijve nek van. Wat een klus!” zegt hij.
Toon hoopt dat papa niet stopt. Hij wil dat zijn nieuwe bosslaapkamer snel klaar is. In de winkel hebben papa en Toon behang gekocht met bomen. En stickers van uilen voor op de muur. In de hoek komt een tafel van hout en een stoel die eigenlijk een boomstam is. Het dekbed is groen, net als de bladeren.
“Zo”, zegt papa, “nu ga ik de kozijnen verven. Donkerbruin.” Papa verft de randen om het raam. Het bovenste stuk is moeilijk. Dat zit dicht bij het plafond. Papa kan er maar net bij. Hij rekt zich wat verder uit en dan… Met trapje en al valt papa naar beneden. “Help!” roept hij. Toon wil papa nog opvangen, maar hij is te laat. Met een klap valt papa op het bed. De bruine verf valt over hem heen. Op zijn gezicht, zijn buik en zijn benen. Hij zit er helemaal onder. Mama komt de kamer binnen. “Wat was dat?” Dan begint papa te lachen. En mama en Toon ook. “Maar kijk eens naar het plafond”, zegt Toon. “Daar zit een dikke bruine streep!” “Hè”, zegt papa. Nu moet ik weer opnieuw beginnen. “Wacht eens”, zegt Toon. “Het lijkt wel een tak!” “Hmm,” zegt papa. “Dat is een goed idee. We maken er een tak van. Met blaadjes.” Hij staat van het bed. “Maar eerst gaat deze bruine beer zich wassen. En daarna ga ik verder om dit de mooiste boskamer ter wereld te maken.”
Geplaatst op dinsdag 19 april 2016 | Susanne Ruiter beeld Anita Engelen