Kits thuis ontvangen? Nu voor 3,35 per maand

Thijs en Niek nemen een kijkje in een broodfabriek

“Pak nog maar een eierkoek hoor!” moedigt bakker Patrick Maartense (48) de broers Thijs (10) en Niek (8) van der Lee aan. Die laten zich dat geen twee keer zeggen. Zo vers uit de oven hebben ze ‘em nog nooit gegeten.

Het is een feestje voor de broers Thijs (10) en Niek (8) van der Lee uit Alphen aan de Rijn op deze zonnige lentedag. De komende twee uur zullen de twee bakkersleerlingen allerlei soorten deeg ruiken en proeven. “Want bakkers zijn een beetje gek”, lacht Patrick. “We stoppen overal onze neus in.”

Bij deze bakker in Halfweg, vlak bij Amsterdam, worden elke dag nieuwe broden bedacht. Bijvoorbeeld eentje met extra spelt, een soort graan. Of eentje met een nóg knapperige korst. “De beste broden zijn die broden die een dunne krokante kortst.”, vindt bakker Patrick. “Ze kraken lekker in je mond en zijn zacht van binnen.” De broers zijn het roerend met hem eens.

Patrick is de baas van deze bakkerij. Elke dag rollen er vijftigduizend broden van de lopende band. Dat zijn zes vrachtwagens boordevol brood. “Hoeveel broden zijn dat per week?” Niek is een snelle rekenaar. “Tweehonderdvijfigduizend”, zegt hij nog met z’n mond vol eierkoek.

Wat eten Thijs en Niek thuis voor brood? Daar is de bakker benieuwd naar. “Volkoren of witbrood?” De broers kijken elkaar vertwijfeld aan. “Bruin”, zegt Niek. “Volgens mij volkoren”, denkt Thijs. “Wit vind ik lekkerder. Maar dat is ongezonder.”

“Brood is nóóit ongezond”, zegt Patrick. En hij kan het weten, want hij is al 31 jaar bakker. “In volkorenbrood zitten wél meer voedingsstoffen. Dat klopt. In dat brood stoppen bakkers de hele graankorrel. In witbrood halen ze eerst het velletje eraf. Dan eet je een appel zonder schil. Die is nog steeds gezond, maar de béste vitaminen zitten onder de schil.”

Hoe meer Patrick vertelt over broden, hoe interessanter de broers het gaan vinden. Nu willen ze wel eens zien hoe dat brood wordt gemaakt. “Het is met lopende banden.” Dat weet Niek al wel. Maar verder weet hij het er in een broodfabriek aan toe gaat.

“Krijgen we een haarnetje op?” wil hij weten. “Want anders vallen er toch haren in het brood?” “Klopt”, antwoord de bakker. “Jullie krijgen een gele. Dan weten de andere bakkers dat jullie bezoekers zijn. De bakkers hebben allemaal een blauw haarnetje.” Patrick zelf heeft een rode. “Daaraan kun je zien dat ik bedrijfshulpverlener ben. Dat betekent dat ik help als er een ongeluk gebeurd. Dus als iemand in een machine z’n knie schaaft, plak ik er een pleister op.”

De jongens krijgen behalve het haarnetje ook nog een witte jas aan. Alles moet superhygiënisch. Hun handen moeten ze eerst wassen met water en zeep. En voordat ze de bakkerij echt in kunnen, moeten ze door hun hekje. Daar borstelt een machine de onderkant van hun voeten. “Dat zou je moeder ook wel handig vinden he?!” lacht Patrick.

De regels in de bakkerij zijn streng. In veel broodbakkerijen mogen bezoekers niet naar binnen. Maar omdat deze bakkerij wat ouder is, mag het hier nog wel. “Pas op waar je loopt”, waarschuwt Patrick. “De mensen zijn hier aan het werk en wij lopen in de weg.” Ook moeten de jongens goed uitkijken dat ze niet uitglijden. Want deeg kan glad zijn.

In de bakkerij is het een herrie van jewelste. Overal draaien machines. Er rijdt een bakker voorbij met een enorme bak deeg. Een machine hakt het deeg in gelijke stukjes en weer een andere machine maakt er bolletjes van. Patrick begint de rondleiding voor het gemak maar bij het begin.

“In elk brood zit bloem, water, zout en gist. Dat noemen we het voordeeg. We maken broden verschillend door er iets anders aan toe te voegen. Op het ene brood doen we zonnebloempitten, in een ander rogge en in een derde sesamzaad.”

Patrick kijkt even in één van de machines of het deeg al goed is. “Kneder 2”, staat er op de machine. In de grote bak kneedt de machine kilo’s deeg tegelijkertijd. Hij geeft Niek en Thijs ook een stukje.

Thijs ruikt er meteen aan. “Heerlijk” vindt hij. “Het ruikt echt naar vers brood.” Maar om te weten of het deeg goed is, moet je er voorzichtig aan trekken. Want het mag niet scheuren. Als Thijs wat verder trekt, gebeurt dat wel. Hup, terug in de kneder met dat brood. Hij is nog niet tevreden.

Een uur later mogen de haarnetjes weer af. De jongens leerden van begin tot eind hoe een brood wordt gemaakt. Ze zagen de kneder, de weegbunker, de oven, de koeling, de vriezer én de vrachtwagen die het brood naar de supermarkten brengt.

Nu is het tijd om naar huis te gaan. De jongens krijgen nog een grote tas vol brood mee. “Zeg maar tegen je moeder dat ze het in de oven moet afbakken. 10 minuten op 200 graden. Onthouden jullie dat? De jongens knikken braaf.

Niek en Thijs weten nog niet wat ze later willen gaan doen. Maar Niek heeft al een beetje bakkersbloed gekregen. “Je maakt dan echt iets. Dan hoef je niet de hele dag te typen.”

Geplaatst op maandag 24 april 2017 door Arien van Ginkel

Thijs en Niek nemen een kijkje in een broodfabriek
Thijs en Niek nemen een kijkje in een broodfabriek
Thijs en Niek nemen een kijkje in een broodfabriek
Thijs en Niek nemen een kijkje in een broodfabriek
Thijs en Niek nemen een kijkje in een broodfabriek
Thijs en Niek nemen een kijkje in een broodfabriek
Thijs en Niek nemen een kijkje in een broodfabriek
Thijs en Niek nemen een kijkje in een broodfabriek
Thijs en Niek nemen een kijkje in een broodfabriek
Thijs en Niek nemen een kijkje in een broodfabriek
Thijs en Niek nemen een kijkje in een broodfabriek
naar magazine
Reacties laden

Laatste nieuws

Wriemende wortels!?

21241kitsnatuurwandeling-23.jpg

Verliefde eenden, eigenwijze paarden en een poepende worm. Je maakt het allemaal mee in natuurgebied de Hellegatsplaten. Boswachter Justin Haaij...

Lees meer

Stoeien met klanken en letters

spg-20995-Kits Logopedie-27.jpg

Je doet het de hele dag door en misschien zelfs in je slaap: praten! Voor sommige kinderen gaat dat niet vanzelf. Ook Aron en Jesse Bel (11)...

Lees meer
Word abonnee