Wedstrijd Engels: How good are you? (met fotoserie)
Muisstil zijn de kinderen. De spanning in het lokaal is om te snijden. Zo meteen horen 74 leerlingen uit groep 8 wie van hen het beste is in Engels. Stuk voor stuk zijn ze de topper van hun klas. Maar kunnen ze ook alle andere leerlingen verslaan van de veertien scholen die aan deze wedstrijd meedoen?
Een hele woensdagmiddag lang is het zweten geblazen in de verschillende lokalen van het Van Lodenstein College in Kesteren. De kennis van de scholieren wordt getoetst op vier verschillende onderdelen. Elke test is in een ander lokaal. Engelse woorden op de deuren vertellen wat daarachter wordt getest. ”Writing”, reading”, ”vocabulary” en ”speaking”.
Na deze voorrondes wordt het pas echt spannend. De kinderen met een vmbo-advies strijden tegen elkaar. De havo- en vwo-leerlingen ook. Vijf scholieren van elke groep mogen door naar de finale. De vrouw voor in de klas leest de namen van de gelukkigen voor. „Yes”, roept een jongen van puur geluk als zijn naam wordt afgelezen. Dat had hij niet verwacht.
De vragen in de vmbo-finale zijn moeilijker dan die van de voorronde. „Which of the following things do you almost NEVER find in the living room?” A. Fireplace B. Sofa C. Dish rack D. Coffee table. Bijna alle leerlingen schrijven het verkeerde antwoord op het bordje. Helaas, alleen een afdruiprek (C) vind je bijna nooit in de woonkamer.
Een volgende vraag is makkelijker. Welke drie kleuren heeft de Britse vlag? „Red, white, blue”, schrijven ze alle vijf op. Dan komt de moeilijkste opgave van allemaal. „Hoe zeg je: het regent dat het giet, in het Engels?” Naast de vraag staat een plaatje van een man die een paraplu omhooghoudt omdat er allemaal katten en honden uit de lucht vallen.
Het ezelsbruggetje helpt niet. „It’s very rainy”, schrijft er één. Een ander kijkt beter naar het plaatje. „It’s raining animals”, schrijft ze op. De ouders en leraren die toekijken, bulderen van het lachen. De kinderen ogen teleurgesteld als ze het goede antwoord zien: ”It’s raining cats and dogs”.
De English Contest organiseert het Van Loden¬stein College natuurlijk omdat kinderen het leuk vinden om mee te doen aan een wedstrijd. Maar er is een extra reden. Scholieren van reformatorische basisscholen zitten minder vaak dan onkerkelijke leeftijdsgenootjes op internet of voor de televisie. Daarom leren ze minder gemakkelijk Engels. Dus moeten deze scholen extra hard werken om leerlingen goed Engels te laten spreken.
Jurrian van Essen (11), Zwartebroek
Is Engels leuk?
„Ik vind van wel. In andere landen praten ze vaak Engels. Dat is handig als je er op vakantie bent.”
Is het alleen handig voor de vakantie?
„Later wil ik politieagent worden. Dan kun je Engels gebruiken om met buitenlanders te praten. En ik spreek de taal ook weleens voor de grap met mijn moeder of zus. Dan zeg ik bijvoorbeeld: It was very nice on school.”
Wat is makkelijk en wat is lastig met deze taal?
„Schrijven is simpel. Je moet gewoon weten hoe je het schrijft. En dan zet je dat op papier. Uitspraak vind ik lastiger. Sommige woorden zijn zo moeilijk dat ik waanzin ga praten.”
Nienke Vlot (11), Leersum
Ben je goed voorbereid op deze wedstrijd?
„Zaterdagavond heb ik nog even met mijn zus geoefend. We gingen samen Engels praten. Ze vroeg aan mij hoe oud ik was, hoeveel vriendinnen ik had, dat soort vragen.”
En hoe bevalt het?
„Ik ben een beetje zenuwachtig. Je ziet hier zo veel nieuwe kinderen. Maar ik vind het wel leuk om alvast op een middelbare school te zijn.”
Ben je goed in Engels?
„Het moeilijkste onderdeel vond ik ”speaking”. Dan moet je zinnen van het Nederlands naar het Engels vertalen. De volgorde van de woorden wordt dan heel anders. Het makkelijkst vond ik de woordenschat. Daarvoor moet je gewoon woordjes leren.”
Carine Roeleveld (11), Barneveld
Waarom doe je mee aan de wedstrijd?
„De meester vertelde in de klas over een wedstrijd Engels. Ik vond dat wel leuk klinken. Ik moest een formulier invullen en toen mocht ik meedoen.”
Krijg je op school les in Engels?
„Ja. Elke dinsdagochtend is er een speciale les met een andere juf. Zij leert ons bijvoorbeeld het verschil tussen ”much” en ”many”. Allebei betekent het veel. Maar much gebruik je als je het niet kunt tellen, many als dat wel kan. En zo zijn er voor vertrekken ook twee verschillende woorden ”depart” en ”leave”.
Is het handig om Engels te kunnen praten?
„Pas zwaaide ik met m’n tas. Ik liet die per ongeluk los en toen kwam die op het dak van een vluchtelingenhuis. Ik belde toen aan en vroeg: I have my bag in your garden. May I see in your garden if I can find it?”
”Garden”? Dat betekent tuin. Je tas lag toch op het dak?
„Ja, maar dit was aan het begin van groep 8. Toen wist ik nog niet wat het Engelse woord voor schuur was. Maar ik heb m’n tas toch gevonden.”
Muisstil zijn de kinderen. De spanning in het lokaal is om te snijden. Zo meteen horen 74 leerlingen uit groep 8 wie van hen het beste is in Engels. Stuk voor stuk zijn ze de topper van hun klas. Maar kunnen ze ook alle andere leerlingen verslaan van de veertien scholen die aan deze wedstrijd meedoen?
Een hele woensdagmiddag lang is het zweten geblazen in de verschillende lokalen van het Van Lodenstein College in Kesteren. De kennis van de scholieren wordt getoetst op vier verschillende onderdelen. Elke test is in een ander lokaal. Engelse woorden op de deuren vertellen wat daarachter wordt getest. ”Writing”, reading”, ”vocabulary” en ”speaking”.
Na deze voorrondes wordt het pas echt spannend. De kinderen met een vmbo-advies strijden tegen elkaar. De havo- en vwo-leerlingen ook. Vijf scholieren van elke groep mogen door naar de finale. De vrouw voor in de klas leest de namen van de gelukkigen voor. „Yes”, roept een jongen van puur geluk als zijn naam wordt afgelezen. Dat had hij niet verwacht.
De vragen in de vmbo-finale zijn moeilijker dan die van de voorronde. „Which of the following things do you almost NEVER find in the living room?” A. Fireplace B. Sofa C. Dish rack D. Coffee table. Bijna alle leerlingen schrijven het verkeerde antwoord op het bordje. Helaas, alleen een afdruiprek (C) vind je bijna nooit in de woonkamer.
Een volgende vraag is makkelijker. Welke drie kleuren heeft de Britse vlag? „Red, white, blue”, schrijven ze alle vijf op. Dan komt de moeilijkste opgave van allemaal. „Hoe zeg je: het regent dat het giet, in het Engels?” Naast de vraag staat een plaatje van een man die een paraplu omhooghoudt omdat er allemaal katten en honden uit de lucht vallen.
Het ezelsbruggetje helpt niet. „It’s very rainy”, schrijft er één. Een ander kijkt beter naar het plaatje. „It’s raining animals”, schrijft ze op. De ouders en leraren die toekijken, bulderen van het lachen. De kinderen ogen teleurgesteld als ze het goede antwoord zien: ”It’s raining cats and dogs”.
De English Contest organiseert het Van Lodenstein College natuurlijk omdat kinderen het leuk vinden om mee te doen aan een wedstrijd. Maar er is een extra reden. Scholieren van reformatorische basisscholen zitten minder vaak dan onkerkelijke leeftijdsgenootjes op internet of voor de televisie. Daarom leren ze minder gemakkelijk Engels. Dus moeten deze scholen extra hard werken om leerlingen goed Engels te laten spreken.
>>kits.nl/english voor meer foto’s.
Vmbo
1. Christiaan van Ommeren, Johannes Calvijnschool Ederveen
2. Anna Rebel, Johannes Calvijnschool Ederveen
3. Henrico van de Brink, Ds. J. Fraanjeschool De Burcht Barneveld
Havo/vwo
1. Jesse Verweij, Gisbertus Voetiusschool Doorn
2. Hugo de Lanoy Meijer, Rehobothschool Zeist
3. Joeri van der Sluys, Ds. J. Fraanjeschool De Burcht Barneveld
Is Engels leuk?
„Ik vind van wel. In andere landen praten ze vaak Engels. Dat is handig als je er op vakantie bent.”
Is het alleen handig voor de vakantie?
„Later wil ik politieagent worden. Dan kun je Engels gebruiken om met buitenlanders te praten. En ik spreek de taal ook weleens voor de grap met mijn moeder of zus. Dan zeg ik bijvoorbeeld: It was very nice on school.”
Wat is makkelijk en wat is lastig met deze taal?
„Schrijven is simpel. Je moet gewoon weten hoe je het schrijft. En dan zet je dat op papier. Uitspraak vind ik lastiger. Sommige woorden zijn zo moeilijk dat ik waanzin ga praten.”
Ben je goed voorbereid op deze wedstrijd?
„Zaterdagavond heb ik nog even met mijn zus geoefend. We gingen samen Engels praten. Ze vroeg aan mij hoe oud ik was, hoeveel vriendinnen ik had, dat soort vragen.”
En hoe bevalt het?
„Ik ben een beetje zenuwachtig. Je ziet hier zo veel nieuwe kinderen. Maar ik vind het wel leuk om alvast op een middelbare school te zijn.”
Ben je goed in Engels?
„Het moeilijkste onderdeel vond ik ”speaking”. Dan moet je zinnen van het Nederlands naar het Engels vertalen. De volgorde van de woorden wordt dan heel anders. Het makkelijkst vond ik de woordenschat. Daarvoor moet je gewoon woordjes leren.”
Waarom doe je mee aan de wedstrijd?
„De meester vertelde in de klas over een wedstrijd Engels. Ik vond dat wel leuk klinken. Ik moest een formulier invullen en toen mocht ik meedoen.”
Krijg je op school les in Engels?
„Ja. Elke dinsdagochtend is er een speciale les met een andere juf. Zij leert ons bijvoorbeeld het verschil tussen ”much” en ”many”. Allebei betekent het veel. Maar much gebruik je als je het niet kunt tellen, many als dat wel kan. En zo zijn er voor vertrekken ook twee verschillende woorden ”depart” en ”leave”.
Is het handig om Engels te kunnen praten?
„Pas zwaaide ik met m’n tas. Ik liet die per ongeluk los en toen kwam die op het dak van een vluchtelingenhuis. Ik belde toen aan en vroeg: I have my bag in your garden. May I see in your garden if I can find it?”
”Garden”? Dat betekent tuin. Je tas lag toch op het dak?
„Ja, maar dit was aan het begin van groep 8. Toen wist ik nog niet wat het Engelse woord voor schuur was. Maar ik heb m’n tas toch gevonden.”
Het Van Lodenstein College organiseert voor het derde jaar op rij de English Contest. Leerlingen van basisscholen strijden in deze wedstrijd om een wisselbeker met het opschrift: De Beste School in Engels.
Geplaatst op vrijdag 27 januari 2017 | Arien van Ginkel; beeld RD, Anton Dommerholt








